top of page

Architectuur

Het hoofdkantoor van Estel is gebouwd naar ontwerp van architect A. Bodon in samenwerking met J.H. Ploeger; beiden werkzaam bij het Amsterdamse bureau 'DSBV ingenieurs en architecten'. 

Bodon ontwierp voor Estel een kantoorgebouw met een kruisvormige plattegrond en volledig opgebouwd uit beton, glas en – natuurlijk – staal.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

De constructie bestaat uit een staalskelet op een onderbouw en rond een kern van gewapend beton. De paddestoelconstructie maakt het mogelijk op de begane grond vier lichte kolommen te vervangen door 1 zware, waardoor de entreehal zo transparant mogelijk kon blijven. De liftschacht vormt de kern van het kruisvormige gebouw. Vanuit de betonnen spil zijn in vier richtingen staalconstructies gemonteerd. Deze staalconstructies, in verschillende etages, worden gedragen door pilaren. Voor zover de onderbouw aan de buitenzijde in het zicht komt, is het beton voorzien van grindtoeslag. Het staalskelet bestaat uit balken en kolommen op een raster van 2,5 x 2,5 meter. Deze modulaire structuur wordt op de begane grond ondersteund door een paddestoelconstructie: vier kolommen komen via gekruiste balken samen op zwaardere kolom met een rond buisprofiel. Hierdoor heeft de begane grond een hoge mate van transparantie, waardoor het zicht vanuit de stad op het buitengebied min of meer behouden blijft. Hiermee werd voldaan aan een van de eisen die de gemeente gesteld heeft. Vanuit de Barbarossastraat  blijft op deze wijze nog een stukje van het unieke uitzicht behouden.

Stalen kolommen op de begane grond dragen telkens een vierkant kruis, waarop kleinere stalen kolommen rusten, die op hun beurt de liggers van de verdiepingen dragen. Dankzij deze constructie dragen de gevels geen gewicht en konden deze grotendeels uit glas worden opgetrokken. Het glas kreeg een koperkleurige tint en is zonwerend en isolerend. 

Naar boven toe liet Bodon het gebouw verspringen, zodat het als het ware een verlengstuk werd van de steile helling waarbij het was gebouwd. De terrasvormen lijken geïnspireerd door de sawahs in Indonesië, een land dat de architect had bezocht enige tijd vóórdat hij deze opdracht had gekregen. De balkons en dak overstekken maken dat in- en exterieur met elkaar in dialoog zijn op een manier die aan Frank Lloyd Wright doet denken.

 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Het kantoorgebouw heeft een kruisvormig grondplan met vier vleugels en een terrasvormige opbouw in acht bouwlagen. De piramidale hoofdvorm wordt bekroond door een gesloten opbouw voor de technische installaties. De gevels ontlenen hun plasticiteit aan omlopen in de vorm van balkons voor glazenwassers en terrassen van wisselende grootte op de uiteinden van de vleugels. De stalen balustrades zijn voorzien van aluminium handlijsten en panelen en uitkragende plantenbakken (wit). De verdiepingshoge stalen gevelpuien (bruin) hebben gesloten borstweringen en ramen met zonwerend glas (bronskleurig). Het verwarmingssysteem is verwerkt in de stalen kokerprofielen van de raamstijlen. Omwille van het gewenste doorzicht loopt de buitenruimte onder een gedeelte van het gebouw door. Overigens is op de begane grond helder glas toegepast van vloer tot plafond. 

 

De plattegrond bestaat uit vier kantoorvleugels rondom een centrale ontvangsthal. De lichte hal fungeert als intermediaire ruimte tussen buiten en binnen. Dit effect wordt versterkt doordat het motief van trap annex muurtje met plantenbak terugkeert in in- en exterieur. Vanaf het voorplein leiden twee kastvormige tochtportalen (aluminium, rvs, glas) naar een metalen balie die als het ware uit de wit marmeren vloer oprijst. Links in de ontvangsthal wordt de directievleugel ontsloten via een dubbele liftschacht en een representatieve bordestrap van gevouwen staal. De dubbele liftschacht en de afgesloten trappenhuizen van de overige kantoorvleugels zijn gegroepeerd rondom een gezamenlijke wachtruimte rechts van de ontvangsthal. In alle vleugels zijn de werkkamers aan weerszijden van een middengang gesitueerd. Tussen de kamers en de gang zijn donker houten wandkasten geplaatst, die als het ware 'zweven' tussen de plint en de bovenlichten. Enkele kastdeuren zijn verplaatst van de kamer- naar de gangzijde. 

​

Algemene voorzieningen als restaurant, bibliotheek, spreekkamers en vergaderzalen bevonden zich op de begane grond en in het souterrain. De twee ondergrondse verdiepingen zijn in hoofdzaak bestemd als parkeergarage. De toegepaste materialen (glas, staal, aluminium, hout, beton) zijn consequent doorgevoerd en zorgvuldig afgewerkt. In de detaillering van diverse interieurelementen vormt de afgeronde hoek een subtiel terugkerend motief. Met trappen van marmer, bollampen van glas en wandkasten van palissander verbeeldt het interieur de grandeur van een sterk bedrijf met ambitie. 

​

In 1976 is het interieur van de kleine vergaderzaal (nu appartement 39) in het souterrain verrijkt met een roestvrijstalen plastiek van Ernst Günter Hansing, een aluminiumreliëf van Els Binnendijk in de grote vergaderzaal (nu appartement 37) en het stalen plastiek 'muur' van Jan Jacobs Mulder in de entreehal.

​

​

 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Estelgebouw

​

bottom of page