top of page

Beeldhouwwerk

Het marmeren beeldhouwwerk 'kern, beweging en de relaties' van Peter van der Locht op het voorplein is door de gemeente Nijmegen geschonken in 1976.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Peter Herman van de Locht (geboren op 9 november 1946 (in Millingen-Rees) is een vooraanstaand Europees Nederlands-Duitse beeldhouwer die een aanzienlijk aantal granieten, marmeren en bronzen sculpturen heeft gemaakt die een vaste plek hebben in de Nederlandse en Duitse openbare ruimte. Veel van zijn werken kwamen terecht in belangrijke particuliere kunstcollecties en in de kunstcollectie van Nederlandse nationale bedrijven in handel en industrie. Als zoon van een Duitse architect en bouwmeester groeide Peter H. van de Locht op in een omgeving die zich zeer bewust was van de rijkdom aan natuurlijke materialen, de immense architecturale mogelijkheden van de openbare ruimte en de wens van mannen om inspirerende energieke omgevingen te creëren in waarin, op een subtiele manier, de esthetische en praktische dimensies van menselijke behoeften in evenwicht zijn. Op 12-jarige leeftijd, na een mystieke ervaring die verband hield met de tragische dood van de moeder van de jonge jongens, besloot hij voor zichzelf om zijn leven te wijden aan de beeldhouwkunst. Zijn vader stond hem toe te stoppen met het reguliere onderwijs waaraan hij deelnam en stuurde hem naar de stad Emmerich waar hij begon te werken als leerling van de Duitse beeldhouwer Waldemar Kuhn. Waldemar Kuhn was de eerste in een rij van belangrijke Duitse hoogleraren die hem de basisprincipes van de beeldhouwkunst bijbrachten. Centraal in deze uitgangspunten stond het idee dat beeldhouwkunst altijd het resultaat is van een intense spirituele dialoog tussen het idee van beeldhouwkunst en de natuurlijke kwaliteiten van het landschap, of het nu stedelijk of natuurlijk is, waarmee het beeldhouwwerk wordt geassocieerd.

​

Van de Locht studeerde aan de kunstacademie van Krefeld ENvan Wupperthal. Op de Academie van Wupperthal werkte hij samen met de beroemde Duitse professor Jendritzo, die een leerling was van de revolutionaire modernistische beeldhouwer Hartung, de man die als eerste in Duitsland en een van de eersten in Europa met abstracte vormen werkte. Al snel na zijn studie werd Van de Locht docent Ruimtelijke en Plastische Vormgeving aan de Nederlandse Kunstacademies van Arnhem (1977-1989) en Utrecht (1989-2005), een baan die hij tot voor kort met veel liefde uitoefende voor zijn leerlingen en hun toekomstige beroepen. In 2008 werd Van de Locht benoemd tot hoogleraar beeldhouwkunst aan de Universiteit van Shanghai.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

Naast opdrachten en tentoonstellingen over beeldhouwkunst wijdde Van de Locht zich ook aan muziek. In de jaren zeventig studeerde hij Sonologie in Utrecht en richtte hij een legendarische experimentele jazzband op, het Free Music Quartet, die aan veel concerten deelnam, zowel in Nederland als in Duitsland. Maar zijn hoofdwerk en toewijding bleef beeldhouwkunst.

Hoewel van de Lochts werken in drie fasen kunnen worden verdeeld (de abstracte, de figuratieve en de architecturale sculptuur), zijn de spirituele grondslagen van zijn kunst en zijn creatieve streven hetzelfde gebleven: door middel van herhaling en polariteit volledige ruimtelijke ordening bereiken. Cruciaal in zijn visie op beeldhouwkunst en op kunst als geheel is het idee dat de kunstenaar niet zijn individuele ervaring uitdrukt, maar met behulp van zijn specifieke individuele ervaring tot iets universeels en rijks gevuld met energie reikt. Deze energie is goddelijk en overwint de verschillen tussen mensen en culturen in plaats van ze te articuleren. Dit betekent dat kunst en beeldhouwkunst in hoge mate sierlijke en medelevende uitingen zijn van universele liefdevolle en verbindende energie. Om de woorden van Van de Locht te gebruiken: ‘beeldhouwkunst is de incarnatie van genade binnen een volmaakte ruimtelijke ordening.’

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

Van de Lochts spirituele benadering van kunst wordt uiteindelijk duidelijk in de ontwikkeling van zijn nieuwste architecturale sculptuur sinds het begin van deze eeuw. Dit beeld wordt getypeerd als 'architectonisch' vanwege zijn ambitieuze schaal en afmetingen. Sommige van zijn Chinese ontwerpen zijn bijvoorbeeld meer dan 60 meter hoog en hebben een breedte van 130 meter. Men denkt dat ze zijn gemaakt van graniet, glas en transparant staal en dat ze ingangen en binnenruimtes hebben als echte gebouwen.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

De nieuwste ontwerpen van Van de Locht, vooral de Chinese, doen de toeschouwer denken aan het werk van de beroemde Spaanse architect Santiago Calatrava. Beiden delen de mening dat zowel beeldhouwkunst als architectuur het resultaat is van specifieke kennis over hoe levende organismen zijn georganiseerd. Elk levend organismeis georganiseerd en de kennis van deze organisatie (herhaling en polariteit) ligt aan de basis van de ontwikkeling van beeldhouwkunst en architectuur. De kunstenaar neemt vormen op die ontleend zijn aan de natuur en transformeert ze in ruimtelijke esthetische entiteiten die herinneren aan hun eigen natuurlijke oorsprong, maar die tegelijkertijd een betekenis ontwikkelen die een mythologische en symbolistische inhoud heeft. De natuur wordt cultuur zonder haar eigen essentie te verloochenen. Zowel in het werk van Calatrava als van Van de Locht kun je materiële krachten aan het werk zien en ervaren, zowel doordringende als uitbreidende krachten.

​

Het maken van beeldhouwwerken, zo stelt Van de Locht in een van zijn filosofische aantekeningen over kunst, is een dans van de natuur. Beeldhouwen is bewaard gebleven dans. Het kweekt verlangen en geeft genade aan de open geest. De Chinese ontwerpen van Van de Locht beloven een vervulling te zijn van een levenslange zoektocht naar perfecte spirituele en materiële orde.

​

www.pvandelocht.nl

​

​

bottom of page