Stalen plastiek 'Muur'
In 1976 is het interieur van Estel verrijkt met twee stalen kunstvoorwerpen. Het roestvrijstalen plastiek van Ernst-Hansing in de kleine vergaderzaal en het stalen plastiek 'Muur' van Jan Jacobs Mulder. Dit pronkt nog steeds op de oorspronkelijke plaats in de entreehal. Jan Jacobs Mulder heeft het kunstwerk qua maatvoering laten aansluiten bij het stramien van de gevelstijlen.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Jan Jacobs Mulder werd geboren in Nederlands-Indië uit Nederlandse ouders. Hij bracht zijn kleuterjaren door in een Jappenkamp. Later keerde de familie terug naar Nederland. Mulder werd opgeleid aan de Rijksnormaalschool voor Tekenleraren in Amsterdam, als leerling van Theo Michels en Hens van der Spoel.
Mulder heeft zich, zodra hij de academie had verlaten, bezig gehouden met de relatie tussen beeldende kunst en de openbare ruimte. Ook in die openbare ruimte hoort het onzichtbare, ‘zichtbaar’ gemaakt te worden. Niet alleen in het museum of in de galerie. Bovendien behoort de inrichting van die openbare ruimte niet alleen door architecten, stedebouwkundigen en goed bedoelende ambtenaren te worden bepaald en te worden ingevuld.
Hij was aanvankelijk actief als schilder en had zijn atelier in de Stompe Toren in Spaarnwoude. In 1967 won hij de de eerste prijs voor schilderkunst bij een prijsvraag van het KunstenaarsCentrumBergen.
Na 1970 ging Mulder zich toeleggen op ruimtelijk werk, hij is als beeldhouwer autodidact. Naast kunstenaar was hij docent aan de Arnhemse Academie van Bouwkunst (1973-1984) en onder meer bestuurslid (1997-2005) van de Vishal in Haarlem.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Kernbegrippen voor het werk van Mulder aan openbare opdrachten zijn: muzikaliteit, complexiteit en tegenstrijdigheid. Zijn enthousiasme voor harmonie, eenvoud (‘less is more’, weet je wel) en eenduidigheid is daarintegen zeer gering. Hij herkend zijn werk in het commentaar dat de kunstcritica Ella Reitsma eens gaf: “De beelden van Jan Jacobs Mulder bepalen de ruimte niet door hun volume. Ze maken elke ruimte bijzonder door hun muzikaliteit. Ritme, maatverhouding en de ‘melodische’ lijn zijn zeer krachtig. Op een verrassende manier worden strengheid en beweeglijkheid met elkaar geconfronteerd. Een mathematische ordening wordt plotseling onderbroken door agressieve “uitschieters” of door er een raadselachtige, bijna kwetsbare vorm tegenover te zetten”.
Mulder schreef romans, korte verhalen en essays. Zijn eerste roman, Jacob’s Wapen (1991), is gebaseerd op zijn ervaringen in een Japans kamp, waar hij tijdens zijn jeugd samen met zijn moeder werd opgesloten. Zijn laatste roman, Joseph, de zwarte Mozart, verscheen in 2016. In deze kleurrijke en bijzonder oorspronkelijke roman laat Jan zijn hoofdpersoon vanaf zijn sterfbed terugkijken op zijn turbulente leven.
In 2010 werd Jan Jacobs Mulder benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau, hij woonde in Haarlem en is overleden op 13 september 2019.
​
“Het is nooit de bedoeling de objecten te vergroten tot een monumentale maat. Het zijn geen “modellen’, maar inspirerende objecten waarin ik experimenteer met ruimtelijke oplossingen in relatie tot inhoud en materiaal.
Inhoudelijk zijn het zoektochten in de krochten van mijn onderbewustzijn. Wat ik daarin tegenkom en bewust kan maken, geef ik vorm in onbuigzaam materiaal als brons en roestvast staal. In deze werken druk ik mijn angsten en mijn extases uit. Het zijn grote angsten, zoals ieder mens in iedere cultuur die kent. En het zijn grote momenten van extase, door ieder mens van welke achtergrond ook begrepen, omdat cultuur daarop nauwelijks invloed kan hebben.
De emotie bepaalt de inhoud, de energie, het drama en het verstand probeert daaraan vorm te geven.”
Jan Jacobs Mulder
​
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Jan_Jacobs_Mulder
​
​
​
​
​